Schatten aan de oevers van de Donau

Gepubliceerd op 31 oktober 2022 om 19:13

Met Peter en Maurits op reis; achteraf denk ik: dat had ik al veel eerder willen doen. De eerste keer was naar Madrid, in de zomer van 2021 toen Maurits 12 was. Toen naar Athene in de winter van 2021/22. Het reisgezelschap was beide keren iets groter; dit keer waren we echt met z'n drieën. 

Op Eindhoven, waar we al om zeven uur in de ochtend aankwamen, begon het avontuur. De rush van een vliegveld, de rollende koffers, de kwetterende mensen, de opstijgende toestellen; het gaat me echt nooit vervelen. En de jongens ook niet: ze vinden alles interessant en houden van vliegen en alles eromheen. 

Om kwart over elf landden we op het vliegveld van Boedapest. De dagkaarten voor het OV en de bus naar de stad waren al snel gevonden. Een van de grote pluspunten van Boedapest: het OV is top! Zowel de trams, metro's als bussen rijden goed en regelmatig en alles is duidelijk aangegeven. Zo namen we dus bus 200E naar Kobanya-Kispest, het beginpunt van één van de metrolijnen. Daar stapten we in de metro naar Corvin-negyed, vanwaar het nog maar een paar minuten lopen was naar ons appartement in het zuiden van de stad. 

Het is altijd een verrassing waar je in terecht komt. Soms valt het tegen, soms valt het mee, soms overtreft het je verwachtingen. Dit keer viel het absoluut in die laatste categorie. Wauw, wat een mooi plekje! Een grote woonkamer, een keukentje, een extra slaapkamer, zelfs een wasmachine. Het is dat we hier maar vier dagen zaten; je zou er gerust een week of twee kunnen zijn. 

Ik ben zelf al twee keer eerder in Boedapest geweest en één ding stond heel erg hoog op het lijstje van dingen die ik de jongens absoluut wilde laten zien: de grote markthal, of Nagycsarnok in het Hongaars. Een overweldigende en machtig mooie mengelmoes van kraampjes vol met vlees, vis, groenten, textiel, souvenirs en dat laatste in duizend verschillende vormen. De bovenverdieping bestaat volledig uit souvenirstandjes en kraampjes waar je typische Hongaarse gerechten kunt kopen. De kleuren van de geborduurde lappen, geschilderde ansichtkaarten, baboesjka's, haarbanden, magneetjes en andere karakteristieke Hongaarse handcrafted spullen creëren ter plekke een nieuw kleurenpalet in je ogen. 

De middag was zacht en zonnig, en we liepen over het grote Parlementsplein terwijl we alle torentjes, richeltjes en randjes van het wereldberoemde Parlementsgebouw in ons opnamen. Vanaf daar namen we de metro, één halte verder onder de Donau door, naar Boeda. Het gedeelte links van de Donau heet zo, terwijl het rechtse deel Pest heet. Je snapt waar de naam van de stad vandaan komt!

We kwamen boven de grond en keken gelijk vol uit op het Parlement aan de andere kant van de rivier. Een prachtig gezicht, het grootse gebouw met rode details tegen de felblauwe hemel. Hier onderaan de burchtheuvel begon onze klim naar het Vissersbastion, een witgrijs stenen formatie halverwege de heuvel. De steile straten en trappen voerden ons door woonwijken en en parkjes, tot we opeens op de eerste treden van de trappen naar het bastion zelf stonden. Eind van de middag is er helaas wel spitsuur vanwege het schitterende uitzicht op de stad vanaf dit punt, maar dat mocht de pret niet drukken. We genoten van de unieke architectuur, het mooie uitzicht en de prachtige dakbedekking van de Matthiaskerk, die naast het bastion staat. Oranje, groene, witte en gele dakpannen in driehoekige vormen gelegd, versierd door de meest detailleerde torentjes die je ooit gezien hebt.

Vaci utca, de bekendste winkelstraat van de stad, wordt regelmatig onderbroken door een levendig plein. De jongens kozen als avondeten pizza, dus aten we bij een sfeervolle vestiging van Vapiano op een gezellig plein. Heerlijke pizza en pasta onder zachtgeel licht, terwijl we de foto's van deze succesvolle eerste dag terugkeken. En door het nachtelijk Boedapest reisden we per tram en bus terug naar Corvin-negyed. 

De volgende dag namen we een gezellig geel trammetje naar de overkant van de rivier, waar we op een bus stapten die ons steil omhoog reed, de Gellértheuvel op. Door een herfstig schilderij van groene, bruine, gele en rode bladeren, grasperken en gekleurde boomtakken liepen we over kronkelende paadjes langs het steeds veranderende uitzicht over Boedapest. Soms keken we precies tussen de takken door uit over het Parlementsgebouw of de Kettingbrug. Naar beneden afdalend bleven we ons verbazen over de schitterende kleuren en vormen van de gevallen blaadjes en de lampionplantjes. 

Via de witte, moderne Elizabethbrug staken we de Donau over naar Pest. Via een tram hier een een stukje lopen daar maakten we nog wat foto's bij het Parlement en het Schoenen langs de Donau-monument. We verkenden Vaci utca bij daglicht en verwonderden ons over de grootse gebouwen en de wonderlijk mooie details in de etalages en aan de buitenkant van de huizen en winkels. 

In de middag bezochten we House of Terror aan de Andrassy utca. Een indrukwekkend museum over het fascistische en communistische regime in Hongarije, met informatie over de leiders, slachtoffers, executies, ontwikkelingen enzovoort. Kamers vol oude ordners, bureaus en schilderijen van Stalin en Lenin; vlaggen, borden en foto's. En in de hoge main hall: een lange galerij met geëtste foto's van alle slachtoffers die tijdens deze jaren gevallen zijn.

Met de metro reisden we verder naar het noorden, waar we het Heldenplein bezochten en een glimp probeerden op te vangen van de Széchenyibaden. Helaas zagen we alleen de felgele ommuring, die wel heel mooi werd omlijst door de herfsttakken en graslanden. 

Boedapest, een dikke tip voor een citytrip!


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.