Het was vanmorgen vroeg dag, en niet alleen vanwege de luidruchtige vuilniswagen die om 6:00 onder ons raam containers kwam legen. We zouden om 9:00 onze huurauto halen op het vliegveld en moesten dus op tijd weg om de kluwen van het onduidelijke busnetwerk te trotseren.
De normale stadsbussen zijn niet het probleem. Zodra je echter richting het vliegveld wilt, lijkt geen enkele bus de juiste te zijn of aan de aangegeven halte te verschijnen. Onze tip: vraag het bij de balie van het busstation bij Ljubljana Station. Meestal vind je daar een airport bus aan platform 28.
Op het vliegveld haalden we onze huurauto voor de dag op. De Volkswagen T-roc bracht ons in slechts een halfuur naar het magisch mooie Lake Bled. Het kasteeltje op het eilandje in het meer straalt als een sprookjespaleis. Mensen kanoën en roeien in houten bootjes over het kraakheldere water. Het is er vredig en kalm en tegelijk barst de wereld er uit elkaar van lof aan haar Schepper.
De volgende stop was Triglav National Park. Daar kwamen we via kronkelende wegen door vruchtbaar groene dalen en langs ruige rotswanden, dichte bossen, duizend kleuren groen en houten hutjes. Vanboven moet het eruitzien als een verfpalet met allerlei gemengde tinten groen.
We reden de noordelijke helft van de Vrsic-bergpas. Deze pas telt totaal wel vijftig haarspeldbochten, waarvan wij er vijfentwintig trotseerden, dwars door de dennenbossen en richting de boomgrens, omgeven door grillige bergtoppen en kleine beetjes sneeuw. De uitzichten waren majestueus.
Bovenaan, op 1611 meter, spreidden we onze Lidl-lunch uit over een houten picknicktafeltje. Dit moet wel een van de mooiste lunchlocaties ooit zijn.
We hebben prachtige dingen gezien in zowel stad als land. Slovenië heeft ons hart gestolen. Met de herinneringen en foto’s in hoofd en hart reden we terug naar het vliegveld. Daar gingen we in net vijf minuten van auto inleveren naar lounge; bij de security was maar één andere reiziger en de werknemers speelden bijna spelletjes met elkaar.
En na wat relaxen in de lounge was het tijd om te boarden; op naar Brussel.
De glinstering van het zonlicht op reflecterende objecten op de grond begroette ons bij het dalen; de regen was opgehouden en in de verte stak de Romboutstoren boven alles uit. We zijn thuis!
Reactie plaatsen
Reacties