19-12-2023: Ons huisje stond vanmorgen eenzaam en verlaten op de vlakte, als een schaakstuk dat de rest van het spel kwijt is. Haar muren en vensters, volgehangen met lichtgevende kerststerren, hadden ons vannacht beschermd tegen de snijdende kou en wind. Ons oude brood mochten we er achterlaten voor de schaapjes.
In het donker deden we wat snelle boodschappen bij een supermarkt in Höfn en daarna vervolgden we onze weg naar het zuiden. Al snel maakten we echter een stop in het droge, hoge oranje gras, dat in dit gekke halflicht warmbruin en haast brandend leek. We vonden daar namelijk een kudde paardjes, vredig grazend in het warme gras. Achter hen rezen de IJslandse bergen, hun flanken in hetzelfde kleurrijke vuur, op. Wat een prachtig gezicht!
Door het vurige landschap vervolgden we onze weg langs de mooiste bergtoppen, als tafels en stoelen voor God en zijn engelen, en kleine dorpjes met witte huisjes die bedekt werden door kleurrijke daken. Met elke bocht nam de wereld andere vormen en kleuren aan. Droog, sneeuw, blauwe gloed, rode gloed, weides, heuvels, ruige rotsen, bergtoppen. En zo nu en dan zoefde er een klein zandstormpje over de zwarte asfaltweg, die als een onopvallende slang door een hoogpolig aardegetint tapijt kruipt. Onder die blauwe gloed van een babyblauwe hemel en een besneeuwd aardoppervlak arriveerden we bij Diamond Beach. Op het zwarte zandstrand liggen glanzende ijsblokken verspreid als confetti, en de opkomende zon verspreidde haar oranjegele licht via miljoenen glanzende stukjes kristallen. Wat een droom om hier te zijn en over de aarde te lopen alsof ze één groot feest van licht is.
Aan de andere kant van de weg val je in de volgende verbazing: het ongelofelijke Jökulsárlón. In dit gletsjermeer vind je de meest verbazingwekkende lichtblauwe ijsschotsen en natuurlijke sculpturen. Het is een maanlandschap, een onwerkelijkheid; een wereld uit de Star Wars Galaxies, onmogelijk en ongrijpbaar. De wereld kent hier alleen de kleur blauw en het komt overal terug, in het zachtroze van de hemel en het witte van de sneeuw op het smalle strandje.
Een paar kilometer verderop sta je met vijf minuten wandelen oog in oog met Fjallsárlón, een enorme gletsjer vol grillige kieren en scheuren, landend in een meer vol ijsschotsen die je regelmatig machtig en boos hoort kraken, alsof ze vechten om een plaatsje en daarbij hun tanden knarsen. En ook dan heb je nog niet alles gezien, want weer wat verderop loop je in een halfuur naar Skaftafell. Ook hier liggen lichtblauwe ijsblokken in de vormen van zeehonden en Vikingschepen in het vrieswater dat voorafgaat aan een indrukwekkende gletsjer. Onderweg ernaartoe spotten we nog een allerschattigst wit vogeltje met parmantige dikke pootjes.
We prepareerden een lekker maaltje op de parking, met ons fijne gasstelletje. Hoe lekker kan een simpele grilled cheese sandwich smaken als je op het bevroren asfalt zit met een gasflesje plus pannetje voor je neus!
De weg ging weer verder naar het zuiden en we genoten van het uitzicht op het spierwitte Vatnajökull National Park, met haar machtige toppen, glooiende heuvels en angstaanjagende majesteit. Ook hier rustte op alles een blauwe gloed: van de sneeuw op de rotspunten, die blauwe schaduwen veroorzaakten op de zachte sneeuw, tot de dorre struikjes aan de voet van het gebergte. Ondertussen speelde zich aan de hemel boven ons een bijzonder schouwspel af: de wolken leken net olievlekken; een regenboog zonder vorm. Alsof het noorderlicht zich overdag vertoonde. De kleuren kronkelden door de lucht als over een dansvloer.
Na een korte stop bij de Eldhraun Lava Fields, nu helemaal onder de sneeuw, reden we in de schemering naar Vík. Via een met een dik pak sneeuw bedekt weggetje bereikten we een uitzichtpunt vanwaar we uitkeken over dit overzichtelijke winterdorpje, met op de voorgrond de kerk. Wat machtig mooi, mysterieus en wonderlijk, zo’n in sneeuw en duister gehuld dorpje aan de IJslandse kust. De gezelligheid komt van de kerstverlichting die elk huis zichtbaar maakt tussen de donkere bergen onder de net zo donkere hemel. Ook de huiskamers ademen licht, warmte en gezelligheid. IJslanders kennen de kunst van het binnen knus maken als geen ander.
Na een zeer koude wandeling over het best wel spannende nachtelijke zandstrand, met uitzicht op de drie zwarte reuzenrotsen in de oceaan die de wacht houden over de kust, begaven we ons naar een warm en knus restaurantje in een echte IJslandse woonwijk op de heuvel. Hier dronken we een warme beker melk en chocomelk, met een bakje friet erbij, terwijl houten rendieren ons in de vensterbank gezelschap hielden. Buiten vroor en waaide het en de sneeuw lag duidelijk centimeters hoog.
In dik een halfuur reden we naar de voet van de Eyjafjallajökull-vulkaan. Daar staat onze warme en knusse cabin, compleet met keukentje, bank en eigen badkamertje. We aten wraps en reden toen nog even naar de grote weg, waar bereik is (in het huisje namelijk niet) 😄 Dus aan allen de hartelijke groeten uit de berm van ringweg 1, wij begeven ons nu weer fijn naar binnen!
Reactie plaatsen
Reacties