Stad vol verhalen

Gepubliceerd op 24 april 2022 om 20:39

Het rukje waardoor je achterover in je stoel wordt geduwd. Het aanzwengelende geluid van motoren. De buitenwereld die steeds sneller voorbij vliegt. En opeens zijn de bomen niet meer naast je, maar onder je. Worden de auto's kleiner. Worden huizen wijken, en wijken steden. Je bent in de lucht, op weg naar een ander stukje aarde. Dit keer was dat stukje voor ons (= mijn zusje Louise en mij) Riga.

Een land zo klein als Nederland wordt haast volledig zichtbaar als je hoog genoeg in de lucht zit. We zagen de Afsluitdijk, telden de Waddeneilanden, genoten van de kleurrijke contouren van de bollenvelden, die als langwerpige confettisnippers heel gestructureerd over het land verspreid lagen. Dan vlieg je al snel over de Noord-Duitse kustlijnen, de contouren van Scandinavië, de Baltische Zee. En zo stonden we na twee uur boven Noord-Europa op Letse grond, op het punt om de hoofdstad van Letland, Riga, te gaan ontdekken. 

Riga is een architecturaal juweeltje. Dat zagen we meteen toen we met bus 22 het centrum binnenreden. Het oude centrum lacht je vanaf de brug vrijwel meteen toe. Het is een wirwar van onlogische straatjes en steegjes, wat het des te leuker maakt het te ontdekken. Melngalvju nams, oftwel House of the Black Heads, is de blikvanger van de oude stad. De rode bakstenen met witte versiering, vensters en lijnen, en de felblauwe en gouden details die overal doorheen verwerkt zitten; je blijft ernaar kijken en ontdekt steeds nieuwe details, beeldjes, schilderingen en structuren. 

Maar er is meer, nog veel meer. Het Nationaal Museum en de Nationale Opera zijn voorbeelden van hoe prachtig en indrukwekkend publieke plekken kunnen zijn. Door de gehele oude stad vind je verborgen steegjes met pastelgekleurde huizen en luiken, waar het zonlicht afhankelijk van de kleuren van de omringende gebouwen dreigend groengrijs is of zomers oranjerood. 

In één van de smalle, kronkelende straatjes vind je Trīs brāļi, oftwel de Drie Broers: een gezellig rijtje huizen, bestaande uit een wat naar de achterkant verschoven wit, een statig pastelgeel en een bescheiden mintgroen huis, alle drie met mooie geveltjes. Niet ver daar vandaan vind je de kathedraal van Riga, een imposant roodstenen bouwwerk, op een gezellig pleintje wat omlijst wordt door huizen in diezelfde kleur. Weer verderop vind je Kaķu nams, oftwel het Kattenhuis, een felgeel gebouw met twee symmetrische donkerbronzen torentjes waarop bronzen katten prijken, beiden zo geboetseerd alsof ze van schrik opspringen. Dan heb je nog Zviedru vārti, de Zweedse Poort, waar vroeger de beul woonde en op de dag van een executie een roos in het raam zette. 

Riga herbergt tientallen kerken en kathedralen, en ze zijn allemaal schitterend op hun eigen manier. Sommigen hebben de mooiste glas-in-lood-ramen, anderen zijn versierd met de prachtigste muur- en plafondschilderingen in de mooiste kleuren, en weer anderen zijn een feest om naar te kijken van de buitenkant, met gele muren of gouden koepels. De Petrikerk biedt naast een rustgevend interieur ook een geweldig observatiedek, dat vanwege de ligging van de kerk (midden in het centrum) een majestueus uitzicht over Riga biedt. Op een heldere dag kun je oneindig ver kijken, maar het mooiste is toch de nabije omgeving: je kijkt recht op de oude stad uit en ziet alle koepels, geveltjes en bekende bezienswaardigheden tot in de details. 

Dan heb je nog het hoogtepunt van de architectuur van Riga: Albert Street, de locatie van het bekende Art Noveau-gebouw. Deze straat is echt unreal: de gebouwen zijn niet te bevatten zo schitterend. Sommigen zijn zand- of crèmekleurig met allerlei sierlijke uitstulpingen, figuren en richels; anderen zijn hemelsblauw met witte randen en vensters en torentjes. Het topstuk is het hoekhuis, het Art Noveau-gebouw, een wirwar aan krullen, randen, sierlijke vensterbanken, geboetseerde gezichten, torens en balkons. Je kunt uren blijven kijken naar deze verzameling van pastelkleuren en duizenden vormen van decoratie.

We aten ons ontbijt en lunch bij kioskjes met lokale broodjes en pastries. Dat was goedkoop en ook gewoon heel erg lekker! Regelmatig streken we in het lentezonnetje neer op een bankje in het Bastejkalna-park, dat een heerlijke get-away vormt van de drukte van het centrum. In het park groeien bloemen en felgroene struiken, en er kabbelt een rustig stroompje waaraan een waterval vooraf gaat. Het park is licht heuvelachtig, maar toch ben je nog dichtbij de stad, want het Freedom Monument steekt boven de bomen uit en is goed zichtbaar tussen hun stammen door. 

Op de laatste avond - wat met deze temperaturen wel een heerlijke zomeravond leek - aten we op een rooftop terras, met uitzicht over de stad terwijl er een heerlijk bord vol geurig eten voor ons stond. Met het ondergaande zonlicht op ons gezicht dachten we terug aan de prachtige dingen die we hier hadden gezien.

In Riga vertellen de huizen de verhalen, de gebouwen de geschiedenis. Op elke straathoek en in elke steeg voel je de woorden, ze strijken langs je gezicht met de wind en vervullen je ogen met kleuren en je hart met gevoelens. Dit is een plek waar je altijd langer zult willen blijven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.